Borderline

Hoe kun je het herkennen?
Typisch voor BPS is het patroon van instabiliteit in de menselijke relaties, emotionele labiliteit, verstoord zelfbeeld en heel vaak ook impulsiviteit. Het is belangrijk om te weten dat de aandoening op verschillende manieren tot uiting kan komen. Zo kunnen meerdere symptomen wijzen op BPS:
- uitgesproken verlatingsangst;
- negatief zelfbeeld;
- voortdurend aan zichzelf twijfelen, groot gebrek aan zelfvertrouwen;
- korte episodes (van enkele uren maar niet langer dan een paar dagen) van intense somberheid, prikkelbaarheid en/of intense schrik;
- zich leeg voelen;
- het soms zeer moeilijk hebben om kwaadheid en agressie te beheersen. Dit kan zich uiten in driftbuien, woede-uitbarstingen,…;
- alles-of-nietsdenken, zwart-witdenken;
- in periodes van grote stress kunnen psychoses ontstaan; een psychose wordt gekenmerkt door wanen, hallucinaties en/of verwardheid, verlies aan realiteitszin, en vaak ook paranoia (denken dat je achtervolgd wordt, dat anderen over je praten terwijl dit niet zo is,…);
- het moeilijk hebben om relaties aan te gaan en/of te behouden. Vaak is er sprake van wisselende, kortdurende en vaak onstabiele relaties, waarbij aantrekken en afstoten centraal staan;
- middelenmisbruik: het gebruik van drugs komt bij mensen met BPS frequent voor;
- impulsief gedrag, zoals onnodige risico’s nemen: gokken, roekeloos rijgedrag in het verkeer, onveilig seksueel contact, …;
- zelfverwonding (bvb. krassen in de voorarmen, sigaretten uitduwen op de huid,…); de pijn die gepaard gaat met zelfverwonding dient om de innerlijke of geestelijke pijn te verdringen-
- zelfmoordgedachten.
Risicofactor : Omgevings-, culturele en sociale factoren
Veel mensen met een borderline-persoonlijkheidsstoornis melden dat ze traumatische gebeurtenissen in het leven hebben meegemaakt, zoals seksueel misbruik, verwaarlozing, verlating of tegenspoed tijdens de kindertijd. Anderen zijn mogelijk blootgesteld aan onstabiele relaties en vijandigheid.
Comorbiditeit
Comorbiditeit is het naast elkaar voorkomen van verschillende stoornissen tegelijkertijd. Borderline-persoonlijkheidsstoornis komt vaak voor bij andere ziekten. Ongeveer 85 procent van de mensen met een borderline-persoonlijkheidsstoornis heeft ook last van een andere geestesziekte. Meer dan de helft van de mensen met BPS lijdt aan een depressieve stoornis (een depressie). Vrouwen met BPS hebben meer kans op comorbiditeit zoals depressie, angststoornissen, middelenmisbruik of eetstoornissen. Bij mannen is de kans groter dat BPD gepaard gaat met stoornissen zoals middelenmisbruik of een antisociale persoonlijkheidsstoornis .
Behandeling
Als mensen met borderline in de hulpverlening terechtkomen is het vaak wegens de duidelijk zichtbare problemen zoals agressie (bij mannen) of eetstoornissen (bij vrouwen). De achterliggende persoonlijkheidsstoornis wordt niet altijd herkend. In de behandeling wordt de nadruk gelegd op (dag)structuur; grenzen moeten duidelijk zijn. Tijdens de behandeling van een borderline-persoonlijkheidsstoornis staat vaak het leren omgaan met emoties, impulsiviteit en het leren begrijpen van zichzelf en anderen centraal. Het leren omgaan met emoties kan via psychotherapievormen zoals
-          Mentalization-Based Treatment (MBT)Van dit behandelprogramma zijn verschillende vormen ontwikkeld. Globaal genomen is het doel van MBT het op gang brengen van een therapeutisch proces, waarbij het de bedoeling is dat de patiënt meer te weten komt over hoe hij denkt en wat zijn gevoelens zijn in relatie tot zichzelf en anderen. Samen met de patiënt wordt onderzocht hoe zijn mentale toestand zijn reacties beïnvloedt en hoe verkeerde interpretaties in het begrijpen van zichzelf en anderen tot ongewenste en inadequate acties en gedragingen kunnen leiden.
-          Accceptance and Commitment Therapy (ACT) Dit is een vrij nieuwe vorm van gedragstherapie. Met ACT leren mensen met BPS om zich te richten op dingen die zij kunnen beïnvloeden, zoals hun eigen gedrag, in plaats van controle proberen te krijgen over dingen die zij niet kunnen beïnvloeden, zoals emoties en gedachten. De filosofie van de behandeling is dat het vechten tegen onvermijdelijke zaken uiteindelijk ten koste gaat van een waardevol leven. De kern van ACT is een acceptatiegerichte en flexibele houding ten opzichte van emoties en gedachten.
-          Dialectische gedragstherapie (DGT) De dialectische gedragstherapie (DGT) heeft als doel het aanleren van verschillende vaardigheden om zo goed mogelijk op problemen te reageren.
Deze therapieën werken niet alleen op symptoomniveau maar brengen ook in de persoonlijkheidsstructuur duurzame veranderingen teweeg.
Omdat stress de borderline kenmerken kan verergeren, is het belangrijk om ook stress aan te pakken. Een van de kenmerken van borderline is het hebben van waanideeën, die veroorzaakt kunnen worden door stress. Het aanpakken van stress is dus nuttig en kan ervoor zorgen dat de symptomen afnemen. Dit kan via allerlei relaxatietechnieken.
Tenslotte krijgen veel cliënten medicatie om de symptomen te reguleren en ter ondersteuning van de psychotherapie (antipsychotica, antidepressiva (SSRI), benzodiazepinen (slaap- en kalmeringstabletten), stemmingsstabilisatoren, anxiolytica).